Schat uit de zee

10 haren wapperen voor haar uit. ‘Ik wil spullen vinden voor onze geheime h…’ Ze slaat haar hand voor haar mond. O, nu had ze bijna het geheim verklapt. ‘Hebt u al wat gejut?’ vraagt ze snel. Ze trekt zich op aan de kar en kijkt over de rand. ‘Hout, touw en een gaaf net.’ Piet gaat aan de andere kant staan. Hij legt zijn armen op de kar. In zijn ogen ziet Fien de zee en de wolken. ‘Ik ben al heel lang op het strand,’ zegt Piet. ‘Als het hard waait, waai ik zomaar mijn bed uit.’ Fien kijkt in zijn lachende ogen.‘Heeft u een schat gevonden?’ ‘Alles wat aanspoelt op het strand is een schat. Een schat uit de zee. Dat weet je toch, Fien de strandjutter?’ En of ze dat weet. ‘En ik heb iets heel gaafs gejut,’ zegt Piet geheimzinnig. ‘Oh, wat?’ ‘Iets wat jij heel leuk vindt. Maar ik verklap niets. Kom maar snel kijken in mijn jutterschuur.’ ‘Ah, zeg het gewoon.’ ‘Nee, nee, nieuwsgierig Fientje.’ ‘Jammer.’ ‘Stil eens Fien.’ Piet legt zijn hand achter zijn oor. ‘De harde wind en de golven willen ons iets vertellen …’ Fien kijkt verbaasd. Piet kan soms van die vreemde dingen zeggen. ‘Ze vertellen ons dat er vannacht een harde storm aankomt,’ fluistert Piet. ‘Dat vertellen de golven niet, hoor,’ lacht Fien. ‘Dat heeft de man van het weerbericht gewoon gezegd.’ Piet lacht. ‘Je bent slim, Fientje. Als de storm er is, dan …’ Piet wacht even. ‘Dan … dan gaan wij op stormsafari.’ Fien proest het uit. ‘Stormsafari? Wat is dat nou weer?’ ‘Dat verklap ik nog niet. Maar het is het spannendste dat je mee kunt maken als jutter.’ Piet springt op de kar en gaat op