9789033129759

10 Daar i s T i j n ‘Daar zijn ze!’ Mees is al bij de voordeur. ‘Hoi Mees!’ Tijn is uit de auto gesprongen en rent naar Mees toe. Tijns moeder is ook uitgestapt en tilt de kleine Julia uit het autostoeltje. ‘Tijn, pak zelf je tas eens, ik heb mijn handen vol,’ roept ze. ‘O ja!’ Tijn loopt terug naar de auto en pakt de grote rugzak en een kleinere tas van de achterbank. ‘Ik heb mijn zwembroek meegenomen en ook mijn snorkel en duikbril,’ zegt hij. ‘Door de telefoon zei je toch dat we morgen naar het zwembad gaan?’ Mees is met hem meegelopen en pakt de kleine tas van Tijn aan. ‘Geef mij ook maar een tas,’ zegt hij. ‘Ja, we zouden eigenlijk morgen gaan, maar dat is veranderd, we gaan zaterdag.’ ‘O, oké,maakt mij niet uit.’Tijn zet zijn tas in de gang. ‘Raap die tas eens op, Tijn,’ zegt zijn moeder, ‘straks valt er iemand over. Hallo Marian en Eva, daar zijn we dan. Het was druk op de weg, maar er waren gelukkig geen files.’ ‘Mag ik Julia op schoot?’ Eva staat al naast haar kleine nichtje. ‘Ja hoor, zo meteen.’

RkJQdWJsaXNoZXIy