9789033129759

11 ‘Ik ga eerst wat te drinken inschenken,’ zegt Mees’ moeder. ‘Koffie of thee, Ellen? En wat willen jullie jongens, appelsap?’ Mama draait zich om, maar Mees en Tijn zijn ver- dwenen. ‘Hè,waar zijndie tweenuopeens?’ vraagt zeverbaasd. ‘Ze zijn al naar boven,’ lacht Tijns moeder. Mees en Tijn zitten samen op het bed van Mees. ‘Wat gaanwe allemaal doen?’ vraagtTijn.‘Enwaarom gaan we zaterdag zwemmen in plaats van morgen? Moet je vader werken of zo? Je zei toch pas dat hij vrij was?’ Mees haalt zijn schouders op. ‘Nee, maar er is een nieuwe winkel die morgen voor het eerst opengaat. Daar willen mijn vader en moeder naartoe.’ ‘Een winkel? En moeten wij dan mee?’ vraagt Tijn verbaasd. Hij kijkt niet blij. Mees knikt. ‘Maar het is niet zomaar een gewone winkel, het is een heel grote winkel. Ze hebben er van alles. En er is morgen ook een speurtocht en een springkussen.Enookeenreuzegroteballenbakenne ... ijsjes zoveel je wilt.’ ‘Echt waar?’ Tijn kijkt met grote ogen naar Mees. ‘Nou ... misschien niet zoveel je wilt, maar ze zijn wel gratis,’ zegt Mees. ‘Mees, Tijn, komen jullie wat drinken?’ roept mama van beneden. ‘Ja, we komen!’ roept Mees. Als ze de trap af lopen zegt Mees: ‘Ik vind winkels

RkJQdWJsaXNoZXIy