9789033129766

8 ‘Het is vast een grap,’ bedenkt Evi. ‘Iemand heeft jouw fiets ergens anders neergezet.Gijs enTigowaren er ook. Op school doen ze dat toch ook wel eens?’ ‘Hoe kan dat nou? Ik had mijn fiets aan het rek vast- gezet,’ zegt Sem. ‘Laten we voor de zekerheid toch even kijken,’ zegt Evi. Sem haalt zijn schouders op. ‘Mij best.’ Speurend lopen ze langs de fietsenrekken. Het is mooi weer, dus het is druk in het zwembad. De rekken zijn propvol. Maar nergens staat de glimmend blauwe fiets van Sem. ‘Vast gestolen,’ zucht Sem. ‘Dat hoeft niet,’ zegt Evi. ‘Nee? Hoe kan het dan?’ vraagt Sem. Evi haalt haar schouders op. ‘Zie je wel, dat weet je niet. Nee hoor, die is weg,’ zegt Sem. Hij schopt tegen een blikje dat op de grond ligt. Rinkelend rolt het weg. ‘Dat wordt lopen,’ zegt Evi. ‘En we zijn al zo laat,’ zucht Sem. ‘Konden wij er iets aan doen dat we de tijd waren ver- geten?’ zegt Evi. ‘Ik kan bij jou achterop,’ bedenkt Sem. ‘Met onze zwemtassen?’ ‘Het kan wel,’ vindt Sem. ‘Echt niet.’ Evi schudt haar hoofd. ‘Ik fiets wel,’ dringt Sem aan. ‘We krijgen echt straf als we weer te laat zijn. Dat weet je toch? En nu is mijn fiets ook nog weg.’ Sem wrijft snel langs zijn ogen. Evi doet alsof ze het niet ziet.

RkJQdWJsaXNoZXIy