9789033129810

8 Nu gaat ze wel staan. Haar heldere, groene ogen glijden over de lemen muur die de hele tuin omsluit. Hun huis, aan de rand van deze kleine stad, is een plek waar ze zich veilig voelt. Juist door de ommuurde tuin, waardoor inkijk in de tuin alleen vanaf de licht stijgende vlakte mogelijk is. Soms durft ze hier zelfs haar hoofddoek even af te doen als die haar te warm is. Ze kijkt over de met stenen bezaaide vlakte erachter.Twee enorme roofvogels zweven bewegingloos op de thermiek. Ze tuurt naar de grimmig ogende bergen. Er is niets te zien, niets lijkt anders dan anders. Als je niet beter zou weten, zou je denken dat er ver achter de eerste rij hoge, geelgrauwe bergtoppen een onweersbui aan het groeien is. Maar Naderah weet wél beter. Bij naderend onweer hoort geen strakblauwe, frisse en wolkeloze lucht. Bij onweer hoort een andere dreiging. Een waar ze ontzag voor heeft, maar die haar minder angst inboezemt dan dit door mensen veroorzaakte geluid. Ze hurkt om haar schrift dicht te doen, schuift haar pen aan de kaft en komt weer overeind. Even blijft ze staan om het stof van haar kleurrijke rok te kloppen. In de lichte doek die ze los- jes over haar donkere, krullende haar draagt, komen dezelfde tinten terug.Weer trekt het verre, metalen geluid haar blik naar de bergen. Het is zo helder vandaag dat ze zelfs de besneeuwde top van de hoogste berg van het land, de Noshaq, kan zien. Bijna 7500 meter hoog, bedenkt ze dromerig. Dat is net zo hoog als de afstand van hier tot aan het huis van kokoYasir en ghola Noor in het volgende dorp. Naderah kent de kaart van haar land. Ze weet hoe groot het is, hoe onherbergzaam en ruig. Hoe de bergen die zij ziet slechts een onderdeel zijn van de hoge bergruggen die vanaf hier, als enorme plooien, uitwaaieren over de hele breedte van Afghani- stan. Zo ruig als haar land is, zo zijn ook veel van de inwoners. Stammen leefden – door bergruggen gescheiden – eeuwenlang

RkJQdWJsaXNoZXIy