9789033129810

10 Haar moeder schudt kort haar hoofd. ‘Hij zou tegelijk met vader terugkomen uit Kunduz. Ik ver- wacht de bus pas over een uur.’ Naderah kijkt van haar moeder naar de koffer. ‘Zal ik even op Nila passen?’ ‘Graag. Dan ga ik het eten klaarmaken.’ Zodra Nila’s blote voetjes de grond raken, rent ze naar Naderah toe. ‘Nila sool?’ ‘Ja Nila, we gaan naar school.’ Als Naderah de rode koffer openmaakt, gaat Nila er in kleer- makerszit voor zitten. Haar oogjes glimmen en ze strekt ver- wachtingsvol haar handjes uit. Naderah bergt haar schrift en pen op in het zijvakje en pakt dan een popje uit de koffer en geeft het aan haar zusje. Nila zet het popje naast zich op de grond en legt haar handjes op haar knieën. ‘Eerst singe!’ gebiedt ze tevreden. ‘We gaan zingen van twee kleine schaapjes,’ geeft Naderah toe en ze geeft Nila een aai over haar zachte, zwarte haartjes. Terwijl ze het liedje zingt en het geduldig nog twee keer her- haalt, ziet ze in gedachten zichzelf voor de koffer zitten. Haar moeder ernaast. Keer op keer liedjes zingend, verhalen vertel- lend, kaarten tekenend, sommen makend, dromen delend. Na het liedje pakt Naderah een leitje uit de koffer en drie krijtjes. Een witte, een groene en een rode. Nila tekent, met het puntje van haar tong uit haar mond. Het akelig krassende geluid hindert haar niet. Naderah bewondert haar tekening en tekent dan een bloem voor. ‘Probeer het maar eens, Nila,’ moedigt ze aan. ‘Maak jij ook maar een mooie bloem.’ Als Naderah even later ziet dat Nila met haar krijtknuistjes in haar ogen poetst, pakt ze een klein, kartonnen boekje. Ze gaat naast haar zusje zitten en slaat haar arm om haar heen. Dan

RkJQdWJsaXNoZXIy