9789033130205

9 Ineens krijgt hij een idee en hij loopt terug naar de gang. Zie je wel, de jas van zijn moeder is weg en de autosleutels hangen ook niet aan het haakje naast de kapstok. Zijn ze samen met de auto vertrokken? In de kamer valt zijn blik opnieuw op de twee lege wijnflessen. In ieder geval is een van zijn ouders met veel te veel alcohol op achter het stuur gaan zitten. Het lijkt wel alsof er een riem om zijn middel zit die steeds strakker wordt aangetrokken. Hij gaat zitten en staart naar zijn telefoon. Is dit het moment om 112 te bellen? Maar stel je voor dat zijn vader en moeder samen nog ergens wat zijn gaan drinken? Dan staat hij mooi voor gek als de politie hen daar aantreft. Hij zoekt op zijn telefoon naar de politieberichten. Misschien is er een melding van een ongeluk. Een sleutel wordt in het slot van de achterdeur gestopt en omgedraaid. Hij springt overeind en is in een paar stappen in de keuken. ‘Ben jij het?’ Teleurgesteld ziet hij dat Gregory, zijn één jaar oudere broer, de keuken in stapt. ‘Verwacht je iemand anders?’ ‘Pa en ma zijn weg.’ Gregory haalt zijn schouders op. ‘Nou en?’ ‘Maar ze hadden eerst enorme ruzie en toen ik beneden ging kijken waren ze weg. En ...’ Ronnie trekt zijn broer aan zijn mouw mee naar de kamer en wijst naar de tafel. ‘Ze hebben pleisters en verband gebruikt.’ ‘Dan is er iemand gewond,’ zegt Gregory onverschillig. Hij geeuwt, doet zijn jas uit en gooit die op de bank. ‘Kijk dan, ze hebben twee flessen wijn leeggedronken. Ik ben bang dat ...’ ‘Maak je niet zo druk. Ruzie hebben ze elke dag en te veel drinken doen ze ook regelmatig. Die komen straks echt wel weer terug.’ Ronnie kijkt verbaasd naar zijn broer. Maakt hij zich echt niet druk? Of speelt hij dat? ‘Als je een hele fles wijn op hebt ...’

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==