9789033130205

10 Gregory wijst naar de telefoon van Ronnie. ‘Dan bel je pa of ma toch op? Hoor je vanzelf waar ze zijn.’ ‘Goed plan.’ Ronnie pakt de telefoon en belt het nummer van zijn moeder. ‘Hoi. Ik kan op dit moment ...’ Misschien heeft hij bij zijn vader meer geluk. Gespannen luistert hij als de tele- foon overgaat. Vijf, zes, zeven keer ... Moedeloos schudt hij zijn hoofd. ‘Bij ma de voicemail en pa neemt niet op.’ ‘Dat is pech. Maar ik ga naar bed. Morgen heb ik een toets voor Engels en die moet ik morgenochtend nog leren.’ Gre- gory glimlacht. ‘Als ik m’n wekker niet vergeet te zetten.’ Ronnie blijft met de telefoon in zijn hand op de bank zitten. Was hij maar net zo relaxed als Gregory. Die ligt over vijf minu- ten te slapen en maakt zich om zijn ouders totaal niet druk. Leek hij maar wat meer op zijn zestienjarige broer. Gregory gaat ervan uit dat hun ouders gewoon weer thuiskomen en ziet geen gevaar. En hij ziet juist overal problemen. Ondanks de ruzie tussen zijn ouders, houdt hij van hen. Ook van zijn vader, die zijn moeder af en toe slaat. Hoort hij het goed? Hij staat op en kijkt door een kier van het gordijn. Ja, er stopt een auto. In het donker kan hij niet goed zien of het die van zijn ouders is. De motor wordt uitgedaan ... er wordt een portier dichtgeslagen ... een tweede portier ... Opgelucht hoort hij dat het voordeurslot wordt omgedraaid. Gemompel, een kledinghanger wordt gepakt en even later weer opgehangen. Dan gaat de deur van de kamer open. ‘Ronnie.’ Moeder kijkt hem verbaasd aan. Ze pakt zich vast aan de deurpost. ‘Waarom lig je niet in bed?’ Ronnie wijst naar de rechterarm van zijn moeder, die in een mitella hangt. ‘Wat is er gebeurd?’ ‘Je moeder ... Ze is gestruikeld. Ja, echt waar. En tegen de kast gevallen,’ zegt vader. Hij kijkt Ronnie met waterige ogen aan. ‘We waren bang dat er iets was gebroken, maar dat is niet zo.’ Moeder glimlacht. ‘Het is gekneusd. Daar zal ik wel een paar weken last van hebben.’

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==