9789033130397

19 parlement’ dat zitting had tot aan de verkiezingen van 1946 voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Dochter Jannetje Dan nog, omhet maar bij deze kinderen te laten, was daar ‘Zus’. Zó werd ze aangesproken. Ze heette Jannetje. Maar zo spraken alleen maar haar broers en zussen haar af en toe aan. Op 12 december 1891 werd zij geboren. Een ongehuwde vrouw, die woonde in haar huisje aan de Kerkstraat. Heel nuchter, maar ook heel teer in haar verhouding tot de Heere. Ds. A. Moerkerken heeft haar in zijn Nieuw-Beijerlandse periode van zeer nabij meegemaakt. ‘Ik liep altijd even bij Jan- netje binnen als ik gepreekt had. ’t Was op de weg naar huis, de Middelstraat, bocht omdeKerkstraat in en dan deVoordoel, daar staat de pastorie. De laatste tijd liep ik altijd even binnen en als ik danwat “gemakkelijk”gepreekt had, danwarenmijn stappen iets groter dan normaal en dan kon je de klok erop gelijk zetten, dan kwam ik bij haar en dan zei ze: “Ja, ik heb niet zo kunnen luisteren vanochtend.” Nou, dan liep ik dat laatste stukje naar huis weer in de pas... Was het helemaal niet gegaan, dan waren je stappen wat kleiner dan anders, en dan zei ze: “Ik heb toch zó kunnen luisteren!”Dat was feilloos. Hoe ze dat voelde, weet ik niet. En dan was je precies weer in balans. Ja, Jannetje wist Wie haar Middelaar was en waar haar schuld gebleven was. Zelf beleefde ze dat niet zo en zei ze van zichzelf dat ze nog vóór “die grote zaak” stond.Als ik een briefje van ds. Lamain kreeg, je weet hoe hij schreef, als zijn papier vol was ging hij aan de randen verder, stond daar ergens in de marge: “Groet de kerkenraad en Jannetje”’, aldus ds.Moerkerken.Haar familie heeft haar ervaren als een vrouw die de humor van de andere huisgenoten miste. Rond 1970 kreeg Jannetje bezoek van een neef, die voor

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==