9789033130564

7 Hoofdstuk 1 ‘Sanne! Sááánne!’ Terwijl ze haar blik strak op het schermpje van haar digitale camera gericht houdt, maakt Sanne een ongeduldige schouderbeweging. ‘Even nog,’ zegt ze, zonder om te kijken. ‘Ik ben zo klaar.’ Rtssss. Het roodborstje dat op een tak zat en dat ze zo mooi in beeld had, strekt zijn vleugels uit en vliegt weg. ‘O nee…’ Sanne kijkt het vogeltje teleurgesteld na en laat haar camera zakken. Fleur, haar vriendin, staat vlak achter haar. ‘Kom nou, San… We moeten nu echt naar huis.’ Met een zucht stopt Sanne haar camera in het tasje en loopt achter haar vriendin aan naar het verharde pad. ‘Als jij me niet geroepen had, dan was het roodborstje niet weggevlo- gen. Ik had het juist zo mooi voor de lens,’ zegt Sanne, met een licht verwijt in haar stem. ‘O sorry.’ Fleur kijkt Sanne niet aan, maar loopt naar haar fiets. Sanne haalt haar fietssleuteltje tevoorschijn. Ze baalt ervan. Dat ze naar huis moeten, weet ze ook wel. Maar dat ene minuutje had er best bij gekund. Volgende keer gaat ze er alleen opuit. Dan kan ze op haar gemak foto’s maken en niemand die naar haar roept of haar zal storen. Zwijgend fietst ze even later naast Fleur naar huis. ‘Wat ga jij morgen doen?’ vraagt Fleur. Sanne geeft niet direct antwoord. Morgen is het zaterdag en dan wil ze naar haar verzorgpony’s: Jade en Bijoux. Ze zijn van de familie De Groot, die in een boerderij aan de Molenweg woont. Rond het huis hebben ze veel land. Op de

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==