5
Woord vooraf
Om jaloers op te worden. Gods kinderen (sommigen meer, anderen minder)
kennen een onuitsprekelijke en heerlijke vreugde. Hun hart is soms zo vol van
God dat ze hun geluk niet op kunnen. Zeker, Gods kinderen hebben met schrik
zichzelf leren kennen en het leren uitschreeuwen om genade. Gods kinderen
lopen op een smal weggetje, maar er staat ook wat tegenover.
Helaas, sommigen slaan de droefheid voor het gemak over en beginnen zich
alvast en zogenaamd in God te verblijden. Anderen blijven juist in de droefheid
steken en komen nauwelijks aan vreugde toe.
De Heere is vrij om de een meer vreugde te geven dan de ander. Toch worden
Gods kinderen opgeroepen zich inGod te verheugen. Staan we er genoeg bij stil
dat de Heere Zijn kinderen vreugde wil geven? Niet alleen na dit leven,maar ook
al hier op aarde? Paulus preekte niet alleen voor de bekering van onbekeerden en
voor de troost vanGods kinderen,maar ook
tot bevordering en blijdschap des geloofs.
Het zou goed zijn voor onze jonge mensen als ze in de gemeente ootmoedige,
maar toch opgewekte christenen tegenkwamen,mensenmet tranen in hun ogen,
maar ook met vreugde op hun gezicht. God geve ons ware droefheid over de
zonde en een hartelijke vreugde in God door Christus.
Chilliwack BC, september 2014
ds. P. van Ruitenburg
1,2 4,5,6,7