8
Paradijselijke vreugde
We kunnen ons geen goede voorstelling maken van het paradijs, maar zeker is
dat er vreugde heerste. Adam en Eva waren intens gelukkige mensen, tevreden
met de omstandigheden, blij met elkaar, onder de indruk van Gods schepping,
en vooral verheugd in God! Waarin ze zich precies verheugden? Laat ik een paar
dingen noemen. Ze verblijdden zich in Gods ondoorgrondelijke wijsheid. De
eerste mensen waren zelf ook knap en wijs, maar niet zo oneindig als God. Hij
had in zes dagen de hemel en de aarde geschapen, materie, licht, zwaartekracht,
leven. Het moet ook Adam en Eva met stomheid geslagen hebben, net als de
engelen. De wijsheid Gods, de heiligheid Gods, de Drie-eenheid van God, de
vriendelijkheidGods, het feit dat de hogeGodwilde omgaanmet schepselen,was
reden tot blijdschap.Adam en Eva stonden in open verbindingmet God, kenden
Zijn stem, er was vriendschap en nooit voelden de eerste mensen zich alleen. En
toch, ook al was hun blijdschap volmaakt, er was een nog grotere verwondering
mogelijk, een grotere vreugde.
Wat Adam en Eva voor de zondeval niet nodig hadden, was vergeving. Ze misten
de blijdschap over Gods geduld, barmhartigheid en eenzijdige liefde. Ze waren
niet verblijd over het werk van de Heilige Geest in de wedergeboorte. Je zou
zeggen dat ze voor de val volmaakte kennis van God hadden, maar eigenlijk was
1,2,3,4,5 7