Amos

19 man: Keer uw hand en voer mij uit het leger, want ik ben zeer verwond. En de strijd namop denzelven dag toe, en de koning werd met den wagen staande gehouden tegenover de Syri- ers; maar hij stierf des avonds, en het bloed der wond vloeide in den bak des wagens.’ In dit licht is het te begrijpen wat het voor Israël moet hebben betekend dat Amos zó over deze vol- ken profeteerde. Dat zullen ze wel hebben willen horen. Het maakt het vervolg van hoofdstuk 2 des te aangrijpender. De heidenvolken leefden in de tijd van Amos nog buiten de bediening van het genadeverbond. Op een enkele uitzon- dering na (Naäman de Syriër bijvoorbeeld) werkte de Heere vooral onder het volk van Israël. Zo heeft in dit hoofdstuk ook geklonken dat de Heere zal brullen uit Sion en Zijn stem verheffen uit Jeruzalem (1:2). Het aangrijpende is nu dat over deze heidenvolkeren een oordeel wordt uitgesproken zonder Christus. Zo spreekt Gods Woord óók over Christus. Toch mogen we hier niet nalaten te wijzen op het slot van Amos. Amos 9:12 (met de daarbij behorende kanttekening 49) spreekt over de uitverkorenen heidenen die door de predi- king van het Evangelie en de werking van de Heilige Geest gebracht zullenworden onder de gehoorzaamheid van Chris- tus en tot de gemeenschap van Zijn Kerk. We vinden dit ook bijvoorbeeld in Jesaja en Jeremia, waar de heidenvolken het oordeel wordt aangezegd en er tóch ook voor hen verwach- ting wordt gegeven in de toekomst. Brug naar vandaag Hoewel het goed is om ons te realiseren dat wij tot de hei- denvolkeren behoren, kan toch in dit verband de vraag wor- den gesteld hoe wij het oordeel lezen over degenen die zich