Bij brood en beker

14 Het derde. Wij kunnen drie dingen zien die op onszelf betrekking hebben. Er is onze eigen zonde en schuld. Christus werd zonde gemaakt voor ons. Als Hij voor ons tot zonde werd gemaakt, waren wíj zondaars. Wij mogen ons onze verlossing te binnen brengen; hoe wij van de zonde werden bevrijd, en van al het kwaad ervan. Het was niet door een gebiedend woord of gebiedende kracht, door de tussenkomst van heiligen of engelen of door ons eigen pogen. Nee, het was door het lijden van de Zoon van God. God wil dat wij ons de dingen te binnen zullen brengen en ons zullen herinneren aan de staat waarin wij zijn gebracht. Het is een staat van rechtvaardigheid. Het is opdat wij Hem zullen prijzen voor wat in deze wereld zal uitmonden in onze rechtvaardigheid, en in de wereld die komt, de eeuwige heerlijkheid. Deze dingen moeten we ons te binnen brengen, opdat ons geloof die zal overdenken. Onze geest is geneigd om afgeleid te raken. De inzetting is ervoor om ze vast te houden. Als we in deze inzetting het geloof op een bijzondere manier oefenen, zal God verheerlijkt worden. (10 oktober 1669)

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==