Gij zijt hun roem

11 Woord vooraf Jaren geleden werkte ik een aantal levensschetsen uit van kinderen van God die ik in plaatselijke kerkbodes veelal kort na hun overlijden had geschreven. De uitgever vroeg mij of het mogelijk was een vervolg op Hoe zalig is het volk te schrijven. Een aantal schetsen uit kerkbodes die daarin niet werden opgenomen, omdat ze na het verschijnen van Hoe zalig is het volk zijn geschreven, heb ik daarvoor gebruikt en bewerkt. Een aantal schetsen die in deze tweede bundel staan, werd niet eerder gepubliceerd. De schetsen zijn geordend op geboortedatumvan hen die in deze uitgave beschreven zijn. Mijn doel met al deze schetsen is om te laten zien dat de God in Wie wij geloven, en Die wij aanbidden, de levende God is. Niets is zozeer de moeite waard dan omHem toe te behoren. De allerheiligsten van Gods kinderen hebben nog maar een klein beginsel van de nieuwe gehoor- zaamheid. Daarom moeten en mogen wij de inzichten en gedragingen van kinderen vanGod nooit als de laatstemaatstaf zien.De uiteindelijke maatstaf kan en mag alleen de Bijbel zijn, als het heilige en onfeilbare Woord van God. Dat neemt niet weg dat GodsWoord zelf ons duidelijk maakt dat wij veel van kinderen van God kunnen leren. In hun leven krijgt de boodschap van Gods genade in Christus, ook al is het ten dele, vlees en bloed. De eeuwen door heeft deHeeremensen gebruikt omZijnKerk te bewa- ren en te vermeerderen. Dan denken we allereerst aan dienaren van het Woord. Daarnaast kunnen ouderlingen en diakenen worden genoemd. Het geldt ook mensen die nooit een ambt hebben bekleed. Dat wordt ook in deze bundel duidelijk.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==