Toegaan tot de troon der genade

29 echter die op de juiste wijze bidden, gaan toe tot deze troon. Omdat het naderen tot de troon der genade in en door het gebed duidelijk in de tekst wordt aangeduid, en christenen het gewoonlijk op deze manier hebben verstaan,wil ikmijn blik in het behandelen van deze Schriftplaats voornamelijk hierop richten. Het tweede is het Woord , dat gelezen, verkondigd en overdacht wordt. Dat is een tweede belangrijk middel waarmee de mens behoort te nade- ren tot de troon der genade. In het gebed storten wij ons hart uit voor deze troon en gevenwe uitdrukking aan ons verlangen naar HemDie op de troon zit. In het Woord spreekt de Koning op Zijn troon Zijn wil en bedoeling uit.Wij moeten dan komen en ernaar luisteren, en de wet uit Zijnmond ontvangen. Cornelius heeft een uitnemende gesteldheid ten aanzien van deze inzetting onder woorden gebracht in Handelingen 10 vers 33: ‘Wij zijn dan allen nu hier tegenwoordig voor God, om te horen al hetgeen u vanGod bevolen is.’ Dit woord is ‘het woord Zijner genade’ (Hand. 20:32). Het is de verkondiging van Zijn genade aan mensen. Het loven van God is een toegaan tot de troon der genade. Dit is de offe- rande die wij door onzeHogepriester behoren te brengen (Hebr. 13:15). Wie neemt dit in acht zoals hij dit behoort te doen?Als ons iets ontbreekt, vragen we, en dat behoren we ook te doen. Waar is echter de christen die kan zeggen: Al zou ik niets te vragen hebben, dan zou ik toch tot de troon der genade gaan opdat ik Hém zou prijzen Die daarop gezeten is? Als we deelnemen aan het Heilig Avondmaal is dat het toegaan tot de troon der genade. Het is om zich te verlustigen in de Koning der genade. Het is om ons te voeden met het lichaam dat voor ons verbroken werd en met het bloed dat voor ons vergoten werd. Het is ons in het Woord als voedsel voor onze ziel gegeven. Het is ons door Zijn gebod gegeven, als brood en wijn aan Zijn tafel. In het eten en drinken daarvan kunnen wij Hem gedenken en Zijn dood verkondigen totdat Hij komt; om te prij- zen, te belijden en te roemen dat wij ons heil, en al onze hoop bezitten, gebouwd en gevestigd op de Mens Jezus Christus, Die in Zijn tijd door de bouwlieden werd verworpen, en vanaf die tijd helemaal geen beter onthaal heeft gekregen, omdat men Hem niet heeft gekend.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==