Toegaan tot de troon der genade

28 Wat is nu dit toegaan tot de troon der genade? Het is dat we geloven in Jezus Christus. Dit is het eerste naderen tot de troon der genade. Christus is de Verzoening, het Verzoendeksel, de Troon er genade (1 Joh. 4:10). Het geloven in Hem is het komen tot Hem (Joh. 6:35). Het is het komen tot de Vader door Hem (Joh. 14:6). Het is het geloven in God door Hem (1 Petr. 1:2). Het is het geloven in Hem en in Degene Die Hem gezonden heeft (Joh. 12:44). Het geloven in Jezus Christus is dat men Christus hierin betrekt in een weg van ver- trouwen, als het gaat over heel Zijn volheid van genade, en dat wij die volstrekt nodig hebben. Wat een mens ook maar kan doen, met welke godsdienstige verrichtingen hij bezig is – nooit gaat hij toe tot de troon der genade zolang zijn hart en zijn ziel niet gaan tot Jezus Christus om leven en rechtvaardigheid. De eerste goede stap hemelwaarts is het zaligmakende geloof inChristus. Geen enkel zaligmakend goed kan eraan voorafgaan,maar al het zaligma- kend goed volgt erop. Immers, het geloof verenigt demensmet Christus, en alle vruchten van heiligheid en rechtvaardigheid ontspringen aan de kracht van de Wijnstok Christus. Met Hem wordt de gelovige door genade eerst verbonden. Daarna is er de gemeenschap met de genade van Christus, waardoor hij leeft, werkt en groeit. Het toegaan tot deze troonwordt gepraktiseerd in alle handelingen van de eredienst, en in het deelnemen aan alle inzettingen van het Evangelie. Dit alles behoort tot de troon der genade; het zijn de inzettingen van deze troon en ze zijn aangewezen als middelen waarin wij tot die troon behoren te naderen. Als die middelen gezegend worden door Hem Die ze heeft aangewezen, dan brengen zij de zegeningen van deze troon op ons over. Het zijn er verscheidene. Het eerste is het gebed . Dit is het toegaan tot de troon der genade als het op de juiste manier wordt aangewend. Hoewel het ‘vragen’ in dit vers niet wordt genoemd, is het er toch heel duidelijk in begrepen, zowel in het gebod om toe te gaan als in de woorden van het verkrijgen van barmhartigheid en het vinden van genade ter bekwamer tijd. Zij allen die voor de vorm bidden, gaan niet toe tot de troon der genade. Allen