De duisternis tot licht gemaakt

16 De naamvan deze blindewordt niet genoemd,maar Johannes tekent hem wel in zijn bestaan. We lezen: ‘En voorbijgaande, zag Hij ... een mens!’ Daar is veel mee gezegd. Een zoon van Adam, blind, ja, veel erger nog: dood in zonden en in misdaden! Maar in Christus nadert het Leven tot hem. En al heeft hij door zijn gebrek geen open oog voor Jezus, Jezus heeft wel een open oog voor hem. Hij wordt door Jezus gezien. En daar begint het nog altijd, gemeente. Willen zondaren ooit op Jezus zien, dan zullen zij eerst door Jezus worden gezien. Hoewel Jezus voor dezeman een volkomen vreemde is, is dezeman niet vreemd voor Jezus. O nee! Als Hij hem daar zo ziet zitten langs de weg in de schaduwvan de tempel, dan ziet de Zoon vanGod geen vreemde, maar dan ziet Hij een gekende. Dan ziet hij er een die de Vader Hem van eeuwigheid gegeven heeft. Dan ziet Hij een schaap vanZijn kudde.‘Ik ken deMijnen – en in het vervolg van hoofdstuk 9 zal het straks ook waar worden – en wordt van de Mijnen gekend.’ Nee, zover is het nu nog niet. Want deze man mist de kennis van Christus, zowel in het natuurlijke als in het geestelijke! Maar op deze sabbat zullen er twee samenkomen die van eeuwigheid voor elkaar bestemd zijn: Jezus en deze blindgeborene. Op deze sabbat- dag zullen zij verenigd worden in die allergelukzaligste vereniging die er op aarde maar wezen kan, namelijk een zwarte zondaar en een reine Middelaar. Gemeente, het zou wat zijn als de wijzers van de hemelklok in deze dienst aan het schuiven zijn naar het uur door God bepaald, om hier in het midden van de gemeente een geestelijk blinde zondaar tot het Licht te brengen.Want ‘het is de Heere,Wiens mededogen, blinden schenkt het lief ’lijk licht’. U vraagt: zijn wij dan ook blind? Ach, geliefden, we zijn stekeblind! We zijn in het licht geschapen, we hadden het rechte zicht en het rechte licht over God. God werd door ons gekend en van daaruit door ons bemind. Maar in onze diepe val in Adam zijn we alle licht

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==