De duisternis tot licht gemaakt

17 en zicht verloren. Blind voor God, blind voor onszelf, en daarom blind voor de Middelaar. Is dat de nood van uw leven? U die vóór de dienst dit negende hoofdstuk doorlas, was er toen een stil gebed in uw hart: ‘Heere, wat moet ik doen opdat ik ziende worde’? Ervaart u dat daar de haper van uw leven ligt? Weet u dat het u daaraan ontbreekt? Zijn uw ogen gesloten? Zijn al die dingen die u met uw oren al zoveel jaar gehoord hebt nog altijd verborgen voor uw ziel, omdat u het rechte zicht en het rechte licht mist? Zit u daarom al luisterend te zuchten: wat moet ik doen, opdat ik ziende worde? Ogemeente, umoet doenwat deze blindgeborene in het natuurlijke deed, namelijk: zitten en bedelen. Zitten op de plaats waar het in het bijzonder te verkrijgen is. Zitten op de plaats waar de weldaden der genade worden uitgedeeld omniet enwaar de roepstemvan het Evangelie klinkt: ‘Ik raad u dat gij vanMij koopt ogenzalf, opdat gij zien moogt.’Wie weet, Jezus mocht vandaag eens voorbijgaan en u van uw blindheid genezen. We gaan naar onze tweede gedachte: 2. Wat Jezus’ discipelen vragen DeHeere Jezus was niet alleen toenHij de tempel verliet. Kinderen, zien jullie het in je gedachten voor je? Die metershoge en meters- brede poort van de tempel waar dat groepje mannen onderdoor komt? Ja, die ene, dat is de Heere Jezus. En die anderen zijn Zijn volgelingen. Ze delen in Zijn smaad en in Zijn verwerping. Gods Woord zegt: ‘Ze hebben mij vervolgd, zij zullen ook u vervolgen; ze hebbenMij gehaat, ze zullen ook u haten.’ En daarom voegen de discipelen zich bij Diegene, Die hen getrokken heeft uit de duister- nis tot Zijn wonderbaar licht. Gemeente, dat zijn de twee thema’s waar het in Johannes over gaat. Duisternis en licht tegenover licht en duisternis. Als zij door de tempelpoort komen, dan zien ze hem ook zitten. Een van de vele bedelaars rondom het tempelcomplex. Ze zijn vast van plan om er langsheen te lopen.Maar danbemerken ze dat Jezus Zijnpas inhoudt