Totdat we thuis zijn

11 dergelijke liefde voor te stellen. Op weg naar een vreemd land waar je weinig van de taal zult begrijpen. Arme stakkers, die hun huis en geliefde Parijs in de lente moeten ontvluchten. Arme, dappere soldaatjes. Claire wist dat ze geen tijd moesten verliezen en duwde zachtjes het kind van haar schoot en kroop richting de laadklep. Ze gluurde onder het canvas door, popelend om een blik op te vangen van de omgeving en om hun chauffeur aan te sporen om hun missie voort te zetten. De motor brulde. De banden slipten en de vrachtwagen kwam schokkend weer in beweging. De plotselinge scherpe bocht en het gepiep van de rem deden alle kinderen gillen. Claires hoofd sloeg tegen de laadklep. Een van de oudere kinderen trok haar terug naar het midden van de laadbak. ‘Mademoiselle!’ ‘Het gaat wel. Het gaat goed,’ mompelde Claire, terwijl ze haar hand naar haar voorhoofd bracht. Maar haar vingers werden plakkerig toen ze eraan voelde. De vrachtwagen reed hobbelend in snelle vaart nog ongeveer een kilometer door. Eindelijk trapte de chauffeur weer op de rem. Claire was nog steeds versuft en bleef op de vloer liggen. Er moes- ten vijf minuten verstreken zijn voordat de chauffeur het canvas optilde. ‘ Vite! Kom snel – nu!’ Hij deed de laadklep open en tilde de kinderen naar beneden bij het flauwe licht van een afgeschermde lantaarn. ‘Pak jullie spullen – alles. Laat niets achter!’ ‘Arnaud?’ fluisterde Claire in de stromende regen. Haar blik was troebel en haar hoofd bonsde. ‘Hij is hier niet.’ De paniek van de chauffeur was in elk woord te horen. ‘De contactpersoon van de visser zei dat hij niet gekomen is; en de begeleider van de kinderen ook niet. Het tij is aan het keren, we hebben geen moment te verliezen. Ren nu meteen naar de rand van het water!’ Hij duwde de kinderen richting de oever. De kleintjes grepen de handen van de oudere, langere kinderen beet, en ze liepen allemaal struikelend achter een visserman aan

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==