9789033130458

17 De krankheid en de genezing van de ziel De gelegenheid waarbij de woorden werden gesproken, staat in de context. Levi werd wegge- roepen van het ontvangen van belasting (hij was een tollenaar), maar Christus riep hem, en met het woord ging kracht gepaard: ‘En hij, alles verlaten- de, stond op en volgde Hem.’ Levi ging niet bij vlees en bloed te rade. Hij zei niet: Wat moet ik doen met de honderd talen- ten (2 Kron. 25:9); hoe zal ik leven en mijn baan behouden? Ik zal heel wat prettige dingetjes in het tolhuis missen. Het ziet ernaar uit dat armoede mijn deel zal zijn. Sterker nog: voor het geval dat ik Christus volg, moet ik vervolging aanvaarden. Zo redeneert hij niet. Zodra hij geroepen is, haast hij zich om achter Christus te komen: ‘hij stond op en volgde Hem.’ En opdat hij Christus een bewijs en een proeve van zijn liefde zal geven, bereidt hij een grote maaltijd voor Hem: ‘...en Levi richtte Hem een groten maaltijd aan in zijn huis’ (vs. 29). Hij kon geen betere Gast uitnodigen. Christus bracht altijd Zijn prijs mee. Levi onthaalde Hem met zijn spijs en drank, en Christus onthaalde hem met het

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==