9
Hijmoeterlangs!Naastdegecrashteautostaanwatplantenbak-
ken op een terrasje. Hij ziet hoe een van de agenten een stoel
van het terrasje pakt en hard op het zijraampje slaat. Er springt
eenbarst inde ruit. Ditmoet niet langer duren! Inwilde paniek
trapt hij het gas weer diep in. Schurend rijdt hij langs de auto
het terras op. Grond en bloemen vliegen over de voorruit. De
politieagenten rennen achter hem aan.
Het zweet loopt over zijn rug. Zo hard hij kan, rijdt hij de
woonwijk uit.
Weer duikt er een politieauto op.
Daniël stuurt scherp langsdewachtendeauto’shet fietspadop.
De politieauto volgt meteen. Opeens gooit Daniël het stuur
naar rechts. Vlak voor aanrijdende auto’s schiet hij naar de
andere kant vandeweg. Slingerendhaalt hij eenpaar auto’s in.
De politieauto ziet hij even niet meer. Met grote snelheid rijdt
hij de provinciale weg weer af richting de snelweg. Ver achter
hem ziet hij zwaailichten. Die halen hem niet meer in voor hij
op de snelweg rijdt. Niet de eerste oprit nemen. Dat hebben ze
door. Hij rijdt onder het viaduct door en rijdt de andere oprit
op. Doordat er veel auto’s op de provinciale weg rijden, kan
hij de politieauto niet zien. Maar dat betekent dat zij hem óók
niet kunnen zien. Na een paar kilometer neemt hij een afslag.
Hij heeft nog steeds geen politie gezien. Zullen ze hem kwijt
zijn?Hijmoet zichzo snelmogelijk verstoppen. Tochnogbang
dat ze hem volgen, rijdt hij richting de stad. Hij moet die auto
kwijtraken.Meteenkrijgthij eenplan.Rustigerdanzojuist volgt
hij de borden naar een parkeergarage.
Niet veel later stopt hij voor de slagboom. Hij drukt op de knop,
pakt het kaartje en de slagboomgaat omhoog. Rustig rijdt hij de
