Een hart om Hem te vrezen - page 4

- 14 -
de Heere onze God tot u spreken zal, en wij zullen het
horen en doen. Ze zagen zoveel van de majesteit van God
en van hun eigen zondigheid, dat ze dringend van God
vroegen dat Hij niet rechtstreeks met hen zou handelen,
maar door een tussenpersoon. Dit was het verheven oog-
merk van het geven van de wet op de berg Sinaï, en wel
met veel verschrikking (Deut. 18:15-18).
Het volk beloofde te gehoorzamen. Ze wilden de wet uit
de mond van Mozes vernemen en die houden. Ze zouden
de wet even hoogachten als ze die door zijn hand ont-
vingen als wanneer God die onder donderslagen met de
grootst mogelijke verschrikking in hun oren zou doen
klinken. Wat kon er nu - naar de bedeling van het Oude
Testament - méér op geloof en gehoorzaamheid lijken?
Wat kon er nu méér lijken op het aannemen van de grote
Middelaar in al Zijn ambten naar de bedeling van het
verbond, waarin typen en beelden zo overvloedig aan-
wezig waren van Hem Die komen zou? Wat heeft het er
de schijn van dat ze bereid zijn om aan de voeten van een
profeet te zitten en te leren?
Op grond hiervan heeft de Heere dan ook beloofd Chris-
tus te zenden onder het beeld van Deuteronomium 18
vers 18. Wat laden de mensen duidelijk een schuld op
zich en staan ze daar als boosdoeners die niets tot hun
verdediging kunnen inbrengen, die hun nood inzien en
belijden dat ze een voorspreker nodig hebben omdat ze
zonder bescherming niet voor de Heere kunnen bestaan,
niet op eigen benen kunnen staan! Wat zijn ze bereid
om zich te onderwerpen aan de wetten van hun Koning,
en buigen ze om Zijn juk hoe dan ook zonder enig be-
zwaar op zich te nemen. Maar het is niet alles goud wat
1,2,3 5,6,7,8
Powered by FlippingBook