Een hart om Hem te vrezen - page 6

- 16 -
gewend waren. Al hadden ze een nieuwe tong gekregen,
dan hadden ze toch nog steeds alleenmaar hun oude hart.
Deuteronomium 29 vers 4: Maar de Heere heeft ulieden
niet gegeven een hart om te verstaan noch ogen om te
zien noch oren om te horen, tot op deze dag. Toen ze in
Egypte waren, waren ze in traagheid van begrip verzon-
ken. Het onderwijs van de aartsvaders was weggesleten
uit hun geest; ze waren bijna vergeten dat ze in Adam ge-
vallen waren en ook wat zonde was. Hoewel God de be-
lofte aan Abraham had gedaan, waren ze nu toch hoog-
moedig en zelfverzekerd geworden. Hoewel de zonde en
ook de dood over hen heersten, waren ze toch zonder
de wet, die de zonde en de dood aan hun geweten zou
laten zien. Ze wilden zichzelf er niet van beschuldigen
en daarom vonden ze het niet nodig om een Middelaar te
hebben (Rom. 5:13-20). Maar nu de wet heel schrikwek-
kend wordt afgekondigd, laten ze hun pauwenveren een
beetje zakken. Al hadden ze echter meer kennis van hun
zonde en ellende dan daarvóór, toch hadden ze nog hun
oude hart.
Deze verklaring houdt
ten tweede
in dat er een zodanig
hart in hen moest zijn: het was hun plicht om dat te heb-
ben, en God eiste het van hen: Maakt uzelf een nieuw
hart. God eist dat het hart, en ook de wandel in overeen-
stemming zal zijn met Zijn wil.
Deze verklaring houdt
ten derde
in dat als er niet ‘zulk
een hart’ is, dit is als een dode vlieg in heel hun betrok-
kenheid, waardoor de hele zalf gaat stinken: Och, dat zij
zulk een hart hadden! Het belangrijkste ontbreekt nog
steeds. Hun hart was nog niet bij het werk betrokken.
Deze verklaring houdt
ten vierde
in de grote uitnemend-
1,2,3,4,5 7,8
Powered by FlippingBook