18
werd er zondags preek gelezen en kwamen doordeweeks de predikanten
Hofman, Van de Breevaart en Verloop het Woord bedienen. Zo vanaf
mijn tiende jaar namenmijn oudersmij ookmee naar deze doordeweekse
diensten en daar ben ik hen nog dankbaar voor. Dat de preken van ds.
Verloopmij toen echt geraakt hebben, kan ik niet zeggen.De enige reden
waarom ik hem als jongen van tien, twaalf jaar graag hoorde preken,
was dat zijn diensten aanmerkelijk korter waren dan die van de andere
predikanten. En dat is niet bepaald een geestelijke reden. Ds. Hofman
hoorde ik het liefst. In elke preek vertelde hij wel een verhaal en vaak
meer dan één. Die verhalen kon ook een kind begrijpen.
In de jaren dat ik op demiddelbare school zat, heeft deHeere doormiddel
van datgenewat ik hoorde en zag in de kringenwaarin ik ben opgegroeid
mij de ogen willen openen. Zowel voor Gods heiligheid enmijn verdor-
venheid als voor de genade van God geopenbaard in Christus. Vooral de
prediking van ds. Hofman heeft toen zeer veel voor mij betekend. Als
het maar even kon, ging ik doordeweeks óf in Schiedamóf in Sliedrecht
bij ds. Hofman naar de kerk. De Gereformeerde Samenkomst had in die
tijd een eigen predikant gekregen in de persoon van ds. A. deWaard. Ds.
De Waard was een beminnelijke en godvrezende man. Zijn prediking
had, zo voelde ik het toen althans, niet zo’n direct karakter als die van
ds.Hofman. Ds.Hofman sprak over Adam en ’s mensen verlorenheid en
over Christus en de gelukzaligheid die in Hem te vinden is. Door Gods
genade gaf deze boodschap aan mijn hart vertroosting, geest en leven.
Vragen over stadia in het geestelijke leven
Aan het begin van mijn studententijd kwam ik weer in contact met ds.
Verloop. Ik ontmoette hem bij een van zijn neven. Hij wist dat ik theo-
logie was gaan studeren en vroeg me of ik eens wilde komen vertellen
hoe ik daartoe gekomen was. Ik zag daar erg tegen op. Wat zou hij me
vragen? Zou ik antwoord kunnen geven? Op een gegeven moment liep
ikmet vele vragen. Vragen over het grote heilgeheim: hoe een goddeloze
rechtvaardig kan verschijnen voor God en over onderscheidingen die in
verband daarmee in de kring waarin ik opgroeide - en daar niet alleen