Naar het land dat Ik u wijzen zal

16 Abramzal over die wonderlijke roeping waarmee God hemgeroe- pen heeft inUrmet zijn vader hebben gesproken.Daar zal zulk een indruk van uitgegaan zijn op het hart van de oude vader Terah, die inmiddels tweehonderd jaar oud was, dat hij gezegd heeft: ‘Maar dan ga ik ook.’ En hij heeft bevel gegeven aan zijn gehele huis om ook mee te gaan. Hij zal gezegd hebben: ‘Bent u geroepen, mijn zoon, om uit te gaan naar een onbekend land, is de God der heer- lijkheid u verschenen? Dan wil ik ook uitgaan.’ Toen heeft Terah de leiding genomen enAbram, hoewel hij geroepenwas, heeft zich onderworpen aan het gezag van zijn vader. Hij heeft zijn vader als zijn meerdere erkend en is met hem meegegaan. ‘De Heere nu had tot Abramgezegd.’Wat heeft de Heere tot hem gezegd? De Heere was tot hem gekomen met een drievoudige eis en een drievoudige belofte. De drievoudige eis was ontzaglijk zwaar, de drievoudige belofte ontzaglijk zoet. De drievoudige eis. Ga gij uit uw land, dat is één, uit uw maagschap, dat is twee, uit uws vaders huis, dat is drie.Dat zijn drie zakenwaaruit Abram moet gaan. ‘Uit uw land.’ Het is op zich al heel ingrijpend om uit je land te moeten gaan en zeker in die tijd, waarin het niet zo eenvoudig was om weer terug te keren. Abram was inwoner van de stad Ur, een oude koningsstad. Uit opgravingen is gebleken dat deze stad schat- en schatrijk is geweest. Er zijn huizen gevonden – dat was daar toen heel gewoon – met veertien kamers, machtige woningen met veel verdiepin- gen. Er was niet alleen grote rijkdom in Ur, er was ook heel veel afgoderij. Men heeft ook een tempel gevonden van de maangod die men daar vereerde.Heel kenmerkend voor de Babyloniërs, die veel kennis hadden van de sterrenkunde, maar die ook vervallen zijn tot het aanbidden van de hemellichamen. Die afgoderij was gruwelijk ontaard: het mensenoffer was normaal geworden.Wanneer iemand stierf, was het gebruikelijk dat al zijn

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==