10
kleine campingmidden in het bos. Gewoon inNederland.
Dat klinkt toch supersaai?Haar vriendinPipgaat helemaal
naar Spanje! Met het vliegtuig!
PapenReinier zijnal bijnabij het houtengebouwtje vande
campingbeheerder. Vlug holt ze hen achterna. Haar paar-
denstaart danst op haar rug. Van binnen is het gebouwtje
ook helemaal van hout. Achter de balie zit een meneer
achter een computer.
‘Goedemiddag,’ zegt pap. ‘Wij hadden gereserveerd. Knik-
kink is de naam.’
De man staat op. Hij draagt een versleten spijkerbroek,
een wit shirt en een leren vest met veel zakken. Hij heeft
een warrige baard, een dikke buik en vriendelijke bruine
ogen. Hij steekt pap zijn hand toe. ‘Blok is mijn naam. Een
tent, nietwaar?’
Pap knikt. Met een zwaai zet meneer Blok een leren cow-
boyhoed op en neemt henmee naar buiten. Hij breng hen
naar een veldje dat eigenlijkmeer een openplek inhet bos
is dan een net grasveld.
‘Als er iets is, kom dan gerust naar me toe,’ zegt hij.
‘Dank u,’ zegt pap. ‘Kom, dan gaan we de auto halen.’
Voorzichtig rijdt hij de camping op. Dat mag alleen als je
aankomt en als je weggaat.
Reinier doet de achterklep open. ‘Hier, de tent!’ Hij sjort
aan een zak.
‘Die pakken we samen,’ zegt pap. Hij helpt het zware pak
tillen.
Reinierwil de tent uitpakken,maarmamhoudt hemtegen.
‘Geen sprake van! Je bedoelt het goed, maar dit doen pap
en ik samen. Anders wordt het een rommeltje. Het is voor
ons ook de eerste keer dat we deze tent opzetten.’
‘En ik dan?’ zegt Reinier een beetje boos. ‘Beetje naar jullie
