Een kleverig raadsel - page 4

11
kijken zeker?’
Pap lacht. ‘Mopperkont! Ga de campingmaar verkennen.’
Hannahdraait rond.‘Bomen, bomen, bomen. Alles gezien.’
Nu lacht papa niet meer. ‘Kom op, niet flauw doen. Ga de
zwemplas maar zoeken. Daar ergens, denk ik.’ Hij maakt
een vage zwaai met zijn arm.
‘Duidelijk,’ zegt Hannah. Ze trekt haar broertje met zich
mee. Hoe kan er tussen al die bomen een zwemplas zijn?
Een klein vijvertje zeker.
‘Een wegwijzer,’ zegt Reinier.
Ze volgen het bordje, dat een paadje wijst tussen de den-
nenbomen door.
‘We zijn er bijna,’ zegt Hannah.
‘Hoe weet je dat?’
‘Het wordt lichter achter de bomen. Daar is eenopenplek,’
legt ze uit.
Reinier rent vooruit. ‘Moet je kijken!’ roept hij. Hij rukt zijn
rode petje van zijn hoofd en zwaait er mee heen en weer.
‘Waanzinnig!’ zegt Hannah als ze het witte strand en de
zwemplas ziet.
‘Dat is geen plas, dat is bijna een meer,’ zegt ze. ‘Kijk, voor
de ballenlijn is het zwemgedeelte.’
‘Ikvraagpapofwij ookeenroeibootmogen,’ zegtReinier als
hij de bootjes op het water ziet. ‘Wat een herrieschoppers
daar!’ Hij wijst naar een groep grote jongens die aan het
voetballen zijn, terwijl keiharde muziek over het strandje
schettert.
Hannah trekt haar neus op. ‘Die denken zeker dat ze stoer
zijn! Kom, we gaan pootjebaden.’
Ze trekt haar sandalen uit en loopt over het warme, witte
zandnaar hetwater. Reinier volgt haar voorbeeld.Het zand
kriebelt lekker onder haar voeten. ‘Au!’ roept ze ineens.
1,2,3 5,6,7,8,9
Powered by FlippingBook