Afhankelijk leven - page 7

13
diep. Toch is dat hoge ook na de val gebleven.
Kroon van de schepping
In het tweede hoofdstuk van Genesis wordt uitgelegd hoe de
mensgeschapenis.‘Ende
Heere
Godhaddenmensgeformeerd
uit het stof der aarde, en in zijn neusgaten geblazen de adem
des levens; alzo werd de mens tot een levende ziel’ (Genesis
2:7). Het lichaam van de mens is uit het stof van de aarde ge-
nomen.Wehebbengeziendat demensnaar het beeldvanGod
geschapen is. Dat is de hoogste adel, schrijft Calvijn.
Opdat de mens zich niet zou verheffen, laat God de werke-
lijke afkomst van de mens zien. Mozes zegt hier dat de mens
oorspronkelijk stof geweest is. Dat wil zeggen dat de mens
gebonden is aan deze aarde. Hij moet zich ook niets verbeel-
den. Wij zijn uit het stof voortgekomen In dat stof, of ook wel
onaanzienlijk leem, werd een heerlijke gravure ingedrukt, het
beeld van God.
De woorden ‘mens’ (adam) en ‘aardbodem’ (adama) zijn aan
elkaar verwant. Beide betekenen ‘rood’. Demens keert uitein-
delijk terug tot de grondwaaruit hij genomen is (Genesis 3:19).
Dezewoordspeling dient ertoe omde relatie vandemensmet
het (akker)land te benadrukken. De bloedrode grond ontving
ook het bloed (dam) van de vermoorde Abel (Genesis 4:10). Het
woordje ‘uit’ of ‘van’ ontbreekt.
God maakte de mens uit het ‘stof van de aardbodem’, dat wil
zeggen: materiaal uit de aarde. De mens is stoffelijk, aards.
Het werkwoord formeren, vormen, wordt gebruikt voor het
werk van een pottenbakker (Jeremia 18:2) en voor dat van een
1,2,3,4,5,6 8,9,10
Powered by FlippingBook