Oorlog in Katwijk - page 7

11
is de meester klaar. In de bak ligt een rozige klomp. Mark
ruikt een weeïge bloedlucht.
‘Kijk,’ wijst de meester naar een wit gat. ‘Dit is een bloed-
vat geweest. Het hart is een grote spier. Aan de binnenkant
bevinden zich boezems en kamers. Als we het hart open-
snijden, kunnen jullie ze goed zien.’
‘Opensnijden?’ griezelt Marieke.
De meester pakt een mes. ‘Marnix, jij wilde beginnen?
Marnix?’
Nieuwsgierig kijkt Mark naar Marnix. Wat is er met hem
aan de hand? Hij ziet grauw.
De meester loopt vlug op hem af. Net op tijd. Marnix wan-
kelt op zijn benen.
‘Niet schrikken, jongens!’ waarschuwt de meester. ‘Marnix
heeft niets bijzonders. Hij valt alleen bijna flauw. Mark, wil
jij mijn stoel pakken? Dan zet ik Marnix daar op.’
Vijf minuten later zit iedereen op zijn plaats. Zelfs Marnix.
Mark grijnst naar Luuk. ‘We weten wel hoe we Marnix
voortaan stil moeten krijgen.’
Luuk schiet in de lach. ‘Ga jij bij de slager staan voor een
varkenshart?’
‘Ik schrijf het wel op het boodschappenlijstje van mijn moe-
der. Heb jij mijn mail nog gelezen?’
De lach bevriest op Luuks gezicht. ‘Ja. Maar het antwoord
blijft nee.’
1,2,3,4,5,6 7
Powered by FlippingBook