Totdat Silo komt

18 de aarde, om zijn broeder geen zaad te geven. En het was kwaad in des Heeren ogen, wat hij deed; daarom doodde Hij hem ook’ (vers 9, 10). Ook Juda’s eigen leven was vol zonde geweest. In zijn geslachtsregister lezen we van zijn zonen Perez en Zerah, dat hij ze gewon bij Thamar, zijn eigen schoondochter in hoererij. Waarom wij van dit alles melding maken? Omdat hier blijkt het vrije van Gods welbehagen voor Juda. Hij was niet beter dan de anderen, maar God had hem verkoren om de grote zegen te ontvan- gen. Het was alles vrijmachtig en eeuwig welbeha- gen. Toch zien we in Juda’s leven ook andere trekken openbaar komen. Ondanks zijn zonden is hij toch de edelste geweest van de zonen van Lea. Als open- baar komt dat zijn schoondochter zwanger is van hoererij en Juda haar wil laten verbranden, maar zij hem zijn staf en snoeren en zegelring laat zien, de bewijzen dat hijzelf de vader is, dan belijdt hij eer- lijk: zij is edeler dan ik. Het was ook Juda die zich heeft verzet tegen het sterven van Jozef in de put. En vooral: Juda is borg geworden voor Benjamin en hartroerend is zijn toespraak tot Jozef, zodat Jozef zelf zich niet langer kon bedwingen. Juda zal nu de zegen des verbonds ontvangen voor zijn nageslacht. Niet om zijn verdienste, maar