9
Gaan we een keer vliegtuigen kijken?
Ik wil graag een vliegtuig zien als het groot is.’
‘Ik ook,’ zegt Tim.
‘De vliegtuigen wonen op een schip in een hol.
Een schiphol.’
Papa lacht.
‘Schiphol is geen schip en het is ook geen hol.
Het is een vliegveld.’
‘Gaan we kijken, pap?’ vraagt Stef weer.
‘Ik wil het ook zien.’
‘Ik ook,’ zegt Tim.
Papa kijkt naar mama en knikt.
‘Goed, als ik een vrije dag heb.’
‘Ik durf best,’ zegt Stef.
‘Durf jij ook, Tim?’
‘Tuurlijk,’ zegt Tim.
Maar hij pakt Brom beer stevig vast.
1,2,3,4 6,7,8