12
Eerst kijken er mensen of alles wel oké is.
En of er niemand spullen bij zich heeft die niet goed zijn.
Dat heet controle.
Er mogen geen boeven in het vliegtuig.
Beslist niet!’
Tim hoort het al niet meer.
‘Kijk papa, dat vliegtuig rijdt heel hard op zijn wielen.
En dan… tjoeps... gaat het zomaar de lucht in!
Gaan wij ook eens vliegen?’
Papa en mama kijken elkaar aan.
‘Misschien. Heel misschien,’ zegt papa.
‘Als jullie wat groter zijn.
Zou je wel in een vliegtuig durven?’
‘Als u durft, durf ik ook,’ zegt Stef.
Maar zijn stem bibbert een beetje.
Een vliegtuig gaat zo hard en zo hoog!
Zo hoog totdat het een stip is.
‘En jij Tim? Durf jij ook?’
‘Het is eng,’ zegt Tim.
Hij houdt Brom beer goed vast.
En mama’s hand ook.
1,2,3,4,5,6,7 8