10
Schiphol
Daar gaan ze!
Papa en mama en Stef en Tim.
Op de snelweg naar Schiphol.
‘Ik vind het gaaf,’ zegt Stef.
Dat zegt Sem altijd, zijn beste vriend van school.
‘Ik zie een vliegtuig!’ roept Tim opeens.
‘Hij vliegt zomaar over de snelweg heen!’
Hij duikt van schrik met zijn hoofd omlaag.
‘Zo,’ zegt papa.
‘Nu weten jullie hoe groot een vliegtuig is.
Zullen we weer naar huis gaan?’
‘Nee!’ roepen Stef en Tim tegelijk.
‘Papa plaagt maar,’ zegt mama.
‘We gaan echt naar Schiphol.’
Papa zet de auto op een grote parkeerplaats.
Wat veel auto’s zeg.
Links en rechts.
Rechts en links.
Papa weet goed de weg.
Gelukkig maar!
‘Geef allebei een hand,’ zegt mama.
‘Het is hier zo druk.’
‘Kom op,’ zegt papa.
‘We gaan eerst naar boven.
1,2,3,4,5 7,8