-  -
‘Mannen, hoe krijgen we hem in de schans? Hij is ontzettend zwak. We moeten heel voorzichtig
zijn,’ zegt een soldaat.
‘Ik weet iets,’ zegt een andere soldaat. ‘We maken een bed van onze pieken. Die pieken leggen
we onder hem. En wij houden die aan allebei de kanten heel goed vast.’
Heel voorzichtig schuiven ze de pieken onder de zwaargewonde stadhouder. Dan tillen ze hem
voorzichtig op. Een soldaat legt een jas over Hendrik. Zo kan niemand zien wie er van het slag-
veld wordt weggedragen. Voetje voor voetje lopen ze naar de schans. Een paar soldaten gaan voor
hen uit. En een paar soldaten lopen achter hen. Zij letten heel goed op of er geen gevaar dreigt.
Gelukkig kunnen ze de schans bereiken. Voorzichtig leggen ze Hendrik op een bed. Hier is het
in ieder geval veel veiliger dan op het slagveld. De schans heeft dikke muren en wordt door de
soldaten goed bewaakt.
De Friese stadhouder Hendrik Casimir I (-) raakte zwaargewond bij Hulst (Zeeuws-Vlaanderen) op  juli .
1,2,3,4,5,6 7