Gebed uit de diepten - page 3

13
Psalm 130
Een lied Hammaäloth.
1. Uit de diepten roep ik tot U, o Heere.
2. Heere, hoor naar mijn stem; laat Uw oren opmerkende zijn op
de stem mijner smekingen.
3. Zo Gij, Heere, de ongerechtigheden gadeslaat, Heere, wie zal
bestaan?
4. Maar bij U is vergeving, opdat Gij gevreesd wordt.
5. Ik verwacht de Heere, mijn ziel verwacht, en ik hoop op Zijn
woord.
6. Mijn ziel wacht op de Heere, meer dan de wachters op de mor-
gen; de wachters op de morgen.
7. Israël hope op de Heere; want bij de Heere is goedertieren-
heid, en bij Hem is veel verlossing.
8. En Hij zal Israël verlossen van al zijn ongerechtigheden.
D
IT IS een van de mooiste en belangrijkste psalmen
die er in het Boek der Psalmen staan. Want ook deze
psalm gaat, net als tal van andere, over de voornaamste
zaak van onze leer, namelijk de christelijke gerechtig-
heid. Door de kennis daarvan alléén wordt de christelijke
gemeente bewaard. Immers, wie deze zaak goed begrijpt
en gelooft, die heeft de waarheid en het leven. Aan de
andere kant is het ook zo dat wie deze zaak niet goed
begrijpt, niet gelooft of die ontkent, tegelijkertijd ook de
1,2 4,5,6,7,8,9,10,11
Powered by FlippingBook