- 7 -
Woord vooraf
GAARNE VOLDOE IK AAN HET VERZOEK van de familie Elshout om
een inleidend woord te schrijven bij de herdruk van het bekende
boek van wijlen ds. A. Elshout, getiteld
Een helpende hand
.
In 1962 werd ik de opvolger van ds. Elshout in Utrecht. Hij heeft
mij toen wat wegwijs gemaakt in de aparte problematiek die
iedere gemeente eigen is. Onze vriendschap is echter vooral
verdiept tijdens ons beider verblijf in Amerika. Het is één van
de voordelen van de afstanden in Amerika en Canada, dat je
als broeders predikanten regelmatig bij elkaar of op eenzelfde
adres logeert. Je leert elkaar dan beter kennen. Toen ds. Elshout
zodanig overwerkt en depressief geraakte, dat hij zijn werk
niet meer kon doen, heeft hij met zijn vrouw enige tijd bij ons
gelogeerd. Wij hoopten dat deze rust hemgenezing zou brengen.
Hij stond toen echter nog pas aan het begin van een donkereweg,
waarin hij alleen dankzij Gods genade niet is omgekomen. Wat
hebben wij toen samen diepe gesprekken gevoerd over bekering
en roeping. Alles wankelde immers bij hem. Maar de Heere heeft
hemvastgehouden. Hij is gelouterd uit de geestelijke verlatingen
gekomen. Toen ontstond bij hem de begeerte om anderen te
dienen met de lessen, die hij zelf op vele terreinen had moeten
leren. Hij wilde een helpende hand bieden. Zijn leven stond
sinds die diepe beproeving in het teken van 2 Korinthe 1:4: ‘Die
ons vertroost in al onze verdrukking, opdat wij zouden kunnen
vertroosten degenen die in allerlei verdrukking zijn, door de
1,2 4,5,6,7,8,9,10,11,12,...13