– 25
levens’ en die geleefd had in de afzondering van een augus-
tijnenklooster. Men zou zeggen: geen man om verwikkeld
te raken in de twist tussen scholastiek en humanisme, de
machtsstrijd tussen keizer en paus en de opkomende woede
van het gewone volk tegen de uitbuiting door de kerk. Maar
God schonk hem de innerlijke overtuiging hiertegen in ver-
weer te komen en de geloofskracht om staande te blijven, zelfs
tegenover kardinalen en vorsten.
Luther begon met de strijd aan te binden tegen de aflaat-
handel. Kort daarop echter verwierp hij in 1520 in zijn
reformatorische geschriften essentiële leerstukken van de
kerk over de sacramenten en de goede werken. Toen daarop
als reactie een pauselijke dreigbul van de kerkelijke ban ver-
scheen, verbrandde Luther die op 10 december 1520, samen
met de boeken van het roomse kerkelijke recht buiten de
Elsterpoort van Wittenberg. In de woorden die hij de paus
toevoegde, nam hij het nadrukkelijk op voor de eenvoudige
gelovigen uit het volk. Hij sprak: ‘Dewijl gij de heiligen des
Heeren hebt bedroefd, zo vertere u het eeuwige vuur.’ Op dat
moment moest ieder christenmens de ademwel inhouden van
schrik, want Luther plaatste zich hierdoor buiten de gehele
christelijke wereld. Het was van tweeën één: of hij moest een
leugenaar en een door God verdoemde zijn, of een door God
gezonden profeet met een speciale zending.
17
Steeds meer
mensen raakten van dat laatste overtuigd en gingen de weg
op die hij hun aanwees: de terugkeer naar Gods Woord, het
verwerpen van de hoop op goede werken en de voorspraak
van heiligen en het alleen steunen op Gods genade, die Hij in
Christus aan zondaren bewijst.
In deze context vond Luthers optreden als reformator plaats.
God gebruikte hem juist op dit cruciale snijvlak van perioden
uit de geschiedenis tot uitbreiding van Zijn Koninkrijk.
Er is wel eens gesuggereerd dat Luther onsamenhangend
en ondoordacht geweest zou zijn, omdat in zijn werk geen
uitgebreide dogmatische of ethische verhandeling te vinden
is. Inderdaad heeft veel van wat hij schreef het karakter van
een gelegenheidsgeschrift en een reactie, maar dit komt juist
doordat hij fungeerde als het brandpunt van zijn tijd. Alle
geestelijke krachten en ontwikkelingen vielen in zijn persoon
samen. Overigens valt het met die warhoofdigheid wel mee,
want in zijnwerken zijn de verschillende thema’s wel degelijk
ter inleiding: de wereld van luthers liederen
Karel V op 19-jarige leeftijd in
het jaar van zijn verkiezing tot
Duits keizer (houtsnede door
Hans Weiditz, 1519). De jonge
keizer draagt de koninklijke
bontmantel en de keten van
de orde van het gulden vlies.
Boven zijn hoofd de kop van de
rijksadelaar en de wapens van
Castilië, Arragon, Oostenrijk
en Bourgondië. Bij de zuilen
zijn de fakkeldrager en de
bazuinblazer als herauten
afgebeeld.
1...,11,12,13,14,15,16,17,18,19,20 22,23